Door Grace Bernardus.
Ik ben geboren in Voorschoten en woon sinds 1987 in Breukelen, een dorp van de Gemeente Stichtse Vecht.
Mijn vader, Jacobus Ezau Bernardus, roepnamen ‘Bob,’ ‘Cobus’, ‘Jaap,’ is geboren op Ambon. In 1946 kwam was hij als ‘Inlandse schepeling,’ naar Nederland. Hij was 18 jaar oud. Mijn moeder, Maria Heidemans-Talakua is geboren op Java in de havenstad Soerabaja.
Een paar jaar na de Japanse capitulatie en de onafhankelijkheidsoorlog, kwamen zij in 1951 ieder afzonderlijk van elkaar naar Nederland. Mijn vader was vrijgezel en in dienst van de Koninklijke Marine. In tegenstelling tot de KNIL-soldaten werden de ca.100 ‘inheemse matrozen,’ niet ontslagen bij aankomst. Pas halverwege de jaren 60 kregen de marinemannen de Nederlands nationaliteit …
Mijn moeder zette in Rotterdam voet aan wal, samen met haar ouders, broertjes en zusjes.
Bob en Marie ontmoetten elkaar in 1956, trouwden en negen maanden later ben ik geboren.
Ik behoor dus tot de tweede generatie. Als kind hing ik aan mijn moeder’s lippen wanneer zij over haar jeugd in ‘Indië’ vertelde. Over de Japanse bezetting en over de ‘Bersiap,’ de onafhankelijkheidsoorlog die vooral op Java, in en rond Soerabaja hevig woedde. Dat waren voor een kind heftige, doch spannende verhalen. Zij was niet van het ‘Indisch zwijgen,’ maar moest haar verhaal kwijt. Mijn eerste ‘rootsreis’ naar Indonesië en Ambon, maakte ik met mijn vader. Ik was 22 jaar. Hij liet mij zijn geliefde plekken zien en hoorde ik eindelijk zijn verhalen.
In 2011 maakte ik een filmportret van mijn vader, getiteld ‘Blauwe Oesters,’ het verhaal van een Molukse marineman. De film ging in Vlissingen in premiëre tijdens het filmfestival ‘Film by the Sea,’ en werd uitgezonden door Omroep Zeeland en NostalgieNet. Blauwe Oesters, is ‘on demand,’ te zien op het YouTubekanaal van NetZeeuws.
Door de liefde voor verhalen, taal en beeld, koos ik op de HKU voor de studierichting Audiovisuele vormgeving en documentaire maken. Aan een film of portret ligt altijd een synopsis of scenario ten grondslag. Op het Maurits Binger Instituut heb ik scenarioschrijven gevolgd en daarna op de Media-Academie in Hilversum een opleiding als redacteur en verslaggever. Als verslaggever voor de regionale krant kon ik mij verder specialiseren in interviewtechniek en journalistieke fotografie.
Dit leidde ertoe dat ik in 2015 als co-auteur, een jubileumboek in eigen beheer uitgaf. Over vijftig jaar Molukse inwoners in Breukelen en Maarssen, ‘Mutiara,’ Molukse parels aan de Vecht. We portretteerden Molukse bewoners van de eerste, tweede en derde generatie, en autochtone inwoners van de twee voormalige gemeenten. Fotograferen en schrijven doe ik graag. Ik werk als freelancer voor diverse organisaties en opdrachtgevers.
Verder zet ik mij vrijwillig in voor diverse organisaties. Kinderen met een migratie-achtergrond begeleiden met behulp van taal en beeld, hun verhaal leren vertellen en het steunen van educatieve projecten. Omdat ik weet wat het is om een plek in een nieuw land te veroveren en taal de poort is. Gesproken, in beeld of op schrift.
Ik vind het belangrijk dat verhalen van mensen die hun land door oorlog of een natuurramp moesten verlaten verteld worden. Persoonlijke verhalen geven kleur aan de geschiedenis. Elk verhaal is het waard om gehoord te worden. Onlangs mocht ik voor een middelgroot bedrijf in de creatieve sector een gastlezing geven over de komst van Molukse (marine) mensen naar ons kikkerland. De derde en vierde generatie Molukse en Indische jongeren nieuwsgierig zijn naar hun afkomst en de verhalen van het land van hun voorouders. Mijn kinderen en kleinkinderen, geven de verhalen door aan hun nazaten, wanneer mijn collega-gastdocenten en ik er niet meer zijn.